Koolmees, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft op maandag 13 mei 2019 de Kamer geïnformeerd contracting. De regering is bang dat in de concurrentie op loonkosten, contracting het ‘‘laagste putje’’ op de arbeidsmarkt dreigt te worden. Iets wat niet past binnen de visie van de landelijke en Europese politiek die uitgaan van ‘gelijk loon voor gelijke arbeid’. In de brief legt de Minister uit welke vormen van contracting bestaan, wanneer het in zijn ogen ‘mis’ gaat en vervolgens komt hij met concrete plannen om misstanden aan te pakken. Klik hier voor de volledige brief.
De aanleiding van dit onderzoek naar contracting is met name de behandeling van het Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans geweest. Zoals we u in ons vorige artikel hierover al hebben geïnformeerd is het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen met een aantal moties. Eén van de moties ging over contracting en signalen dat contracting wordt misbruikt om onder arbeidsvoorwaarden uit te komen. Koolmees heeft toen aangegeven dat hij dat verder zou onderzoeken en met deze brief geeft hij een (voorlopige) tussenstand.
Volgens Koolmees zijn er verschillende vormen van contracting. Echter contracting is oorspronkelijk als volgt bedoeld:
Bij contracting worden werkzaamheden uitbesteed aan een ander bedrijf, waardoor aangenomen of overgenomen werkzaamheden uitgevoerd worden door werknemers in dienst van een ander bedrijf. De opdrachtgever besteedt dan bijvoorbeeld werkzaamheden in de bouw, logistiek of catering uit aan een ander bedrijf (de opdrachtnemer). De werkzaamheden worden onder leiding en toezicht van de opdrachtnemer uitgevoerd voor rekening en risico van de opdrachtnemer.
Bovenstaande vorm van contracting is legitiem, ook als dat lagere (arbeids)kosten oplevert omdat de opdracht op een efficiëntere manier door een (professionele) opdrachtnemer kan worden uitgevoerd. De cao-partijen kunnen eventuele onwenselijke concurrentie oplossen door contracting op te nemen in de cao’s.
Het gaat alleen mis wanneer contracting niet wordt ingezet voor efficiënte inzet van gespecialiseerd personeel, maar indien het doel enkel het bereiken van lagere loonkosten is. Uit het onderzoek van Koolmees is gebleken dat dit vaker voorkomt bij vormen van contracting die feitelijk uitzenden zijn. Een uitzendwerknemer heeft recht op de arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn op grond van de Waadi en/of op basis van één van de uitzendcao’s (mits de werkgever onder de reikwijdte van de cao valt). De arbeidskrachten hebben dan recht op hetzelfde loon en overige vergoedingen als vergelijkbare werknemers in dienst van de opdrachtgever (of de mindere inlenersbeloning zoals deze in de uitzendcao’s is bepaald). Die regels kunnen omzeilt worden bij een onjuiste inzet van contracting.
Koolmees heeft aangegeven dat hij in de zomer van 2020 concrete plannen bekend wil maken over hoe de ongewenste gevolgen (ongelijk loon voor gelijke arbeid) van contracting kan worden bestreden. Daarvoor worden de volgende mogelijkheden verkend:
Stuur uw gegevens naar onze specialist en we nemen zo spoedig
mogelijk contact op met u. Of bel ons op 026 351 23 88