spreker-voor-groep-mensen-normec-flc

Gezagscriterium zzp verduidelijkt in handboek loonheffingen per 1-jan-19

03 12 2018 | Gemiddelde leestijd: 3 min

De vraag of een zzp’er onder gezag werkt is niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Zeker omdat er in de rechtspraak is bepaald dat dit afhankelijk is van “alle feiten en omstandigheden van het individuele geval die in onderling verband met elkaar moeten worden afgewogen”. Dit noemen we ook wel de ‘holistische benadering’. Ook is het eigenlijk niet mogelijk om zoiets vooraf te beoordelen omdat vaak achteraf pas duidelijk is hoe de arbeidsrelatie feitelijk wordt ingevuld.

Toch is het wel nodig om vooraf wat duidelijkheid te hebben, omdat vooraf wél moet worden bepaald of er wel of geen loonheffing moet worden ingehouden en afgedragen.  Woensdag 26 november 2018 hebben Koolmees (Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Snel (Staatssecretaris van Financiën) in een Kamerbrief laten weten dat de verduidelijking van het begrip gezag versneld wordt ingevoerd per 1 januari 2019. Het Handboek Loonheffingen wordt hierop aangepast. Wat staat daar in?

Geen gezag? Geen loondienst!

Als u een zzp’er voor uw onderneming (of in de onderneming van uw opdrachtgever) laat werken is het voor de inhouding van de loonheffingen nodig om vooraf na te gaan of er sprake is van ‘loondienst’. Op dit moment geldt dat er géén sprake van loondienst wanneer er minimaal aan 1 van de 3 voorwaarden is voldaan:

  1. De zzp’er is vrij vervangbaar;
  2. De zzp’er werkt niet onder gezag van een opdrachtgever;
  3. Er is geen sprake van loon.

Om het criterium gezag te bepalen is het dus nodig om alle feiten omstandigheden van het individuele geval onderling af te wegen. Daarvoor is het niet mogelijk om dit in een algemene regel vooraf aan te geven. Een aantal wetenschappers heeft zich over dit probleem gebogen en zij hebben geconcludeerd dat het wel mogelijk is om vooraf een aantal indicaties en contra-indicaties te geven voor gezag en om dit uit te werken in concrete voorbeelden. Hierdoor krijgen opdrachtgevers en zzp’ers meer handvatten om zelf te beoordelen of er sprake is van een gezagsrelatie. Die uitgebreide toelichting wordt uiterlijk 1 januari 2019 als bijlage bij het Handboek Loonheffingen toegevoegd. Op 26 november is in de kamerbrief de tekst van die bijlage bekend gemaakt.

Aanpassing Handboek Loonheffingen per 1 januari 2019

De nieuwe bijlage telt 8 pagina’s met toelichting op de relevante elementen bij de beoordeling of er wel of geen sprake is van een gezagsverhouding. In de voorbeelden en toelichting wordt gesproken over indicaties en contra-indicaties voor het bestaan van een gezagsverhouding.

In de bijlage worden de volgende elementen toegelicht:

  • Leiding en toezicht
  • Vergelijkbaarheid met eigen personeel
  • Werktijden, locatie, materialen, hulpmiddelen en gereedschappen
  • Manier waarop de werkende naar buiten treedt
  • Overige relevante aspecten.

Driepartijenrelatie? Werkrelatie bij de derde beoordelen!

Bij de beoordeling van het gezag is het ook belangrijk om na te gaan hoe de arbeidsrelatie is wanneer er 3 partijen betrokken zijn. Bovengenoemde elementen zullen dan bij de derde (de opdrachtgever) moeten worden getoetst. Wanneer een zzp’er via de intermediair bij een derde onder gezag gaat werken kan het zijn dat er een uitzendovereenkomst ontstaat met als gevolg een arbeidsovereenkomst (en loonheffingsplicht) bij de intermediair.

footerafbeelding

Hulp nodig met certificering in uw branche?

Neem contact op met onze specialist.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

footerafbeelding

Op de hoogte blijven? Meld u gratis aan voor de nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Menu