Om ondernemers en werkgevers tijdens de coronacrisis te steunen heeft de Belastingdienst verschillende tijdelijke maatregelen getroffen. Het uitstel van belastingbetaling is daar een van. Onlangs zijn de regels omtrent bijzonder uitstel van betaling gewijzigd en komt het einde in zicht wat betreft de mogelijkheid hier gebruik van te maken. In dit artikel zetten we de belangrijkste wijzigingen op een rij voor uitzenders en detacheerders.
Dit artikel is bijgewerkt op 02-12-2021
Ja, ondernemingen kunnen tot en met 31 december 2021 bijzonder uitstel van betaling aanvragen. Dit geldt zowel voor een eerste aanvraag van uitstel als voor de verlenging van het huidige uitstel. Indien een onderneming tot 1 oktober 2021 uitstel had, wordt deze met terugwerkende kracht automatische verlengd tot 1 februari 2022. Vanaf 1 februari 2022 worden de betalingsverplichtingen weer hervat. Alle ondernemers gaan vanaf dan weer belasting betalen.
Per 1 februari 2022 eindigt voor iedereen het bijzonder uitstel van betaling. Alle ondernemers betalen dus vanaf die datum weer belasting zoals voor de coronamaatregelen. De eerste aangifte 2022 valt dus niet meer onder het bijzonder uitstel. Let op: het kan zijn dat uw uitstel van betaling eerder afloopt als deze niet wordt verlengd. In dat geval begint de betalingsverplichting eerder dan 1 februari 2022. De opgebouwde coronaschuld, waarvoor bijzonder uitstel van betaling geldt, hoeven ondernemers pas vanaf 1 oktober 2022 terug te betalen.
Als u als ondernemer uitstel heeft gekregen van belastingbetaling, dan biedt de Belastingdienst een ruime regeling voor terugbetalen. Deze terugbetalingsregeling start vanaf 1 oktober 2022. De belastingschuld kan in maximaal 60 maandelijkse termijnen worden afgelost. U heeft dus tot uiterlijk 1 oktober 2027 de tijd om af te lossen.
Het aangepaste tarief van de invorderingsrente blijft t/m 30 juni 2022 op 0,01%. Vanaf 1 juli 2022 gaat de invorderingsrente stapsgewijs omhoog:
Zolang een onderneming zich vanaf 1 februari 2022 aan de lopende betalingsverplichting en aflossingsverplichting houdt, zal de Belastingdienst op verzoek een schone verklaring omtrent betalingsgedrag blijven afgeven gedurende de looptijd van de betalingsregeling.
Bedrijven die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren, kunnen aan de Belastingdienst vragen om hun g-rekeningen te laten deblokkeren. Zo kunnen tijdelijk bedragen worden vrijgegeven die zijn gereserveerd voor loonheffing of btw. In dat geval moet wel uitstel van betaling zijn aangevraagd voor de loonheffing of btw. In normale situaties kan de Belastingdienst alleen het overschot op de g-rekening vrijgeven. Dit versoepelde beleid voor de g-rekening loopt definitief af op 1 januari 2023.
Werkgevers mogen ook dit jaar maximaal 3% van de fiscale loonsom tot € 400.000 (de zogeheten vrije ruimte) onbelast besteden aan de werkkostenregeling. Boven deze € 400.000 geldt het percentage van 1,18%. Overstijgt de werkgever de vrije ruimte, dan is de werkgever over het bedrag van de overschrijding 80% eindheffing verschuldigd. Werkgevers die hier ruimte voor hebben, kunnen vrij beslissen waar ze de werkkostenregeling voor inzetten; de aard van de regeling verandert niet. De verruiming van de werkkostenregeling gaat gelden voor het hele fiscale jaar 2020 en 2021.
Stuur uw gegevens naar onze specialist en we nemen zo spoedig
mogelijk contact op met u. Of bel ons op 026 351 23 88